vrijdag 6 maart 2009

Fietsen is heerlijk om te doen als het allemaal naar wens gaat. Het gaat echter niet altijd naar wens en de uitdrukkingen voor dat feit zeggen genoeg. Een kleine greep uit het ruime assortiment aan termen: Hij zit te sterven op de fiets, het licht is uit, hij zit steen stuk, de man met de hamer heeft hem te pakken, een honger klap. Stuk voor stuk uitdrukkingen waar je niet aan denkt bij een hobby of een vrijblijvend tijdverdrijf. Als er die benaming aan gegeven wordt zal het wel niet zo leuk zijn. Ik wil u vast meegeven als je echt kapot zit dan is dat erger als al deze uitdrukkingen doen vermoeden.

Je fietst zoals je dat gewend bent, maar je krijgt het gevoel dat je niet vooruit gaat, ook al kun je het nog net aan bijhouden in je groepje. Je rem loopt niet aan want dat zou je horen. Je kijkt eens naar je band of die zacht is, maar daar is ook niets mis mee. Dan begin je voorzichtig wat te vermoeden. Je hoopt dat als je omkijkt dat je ziet dat het langzaam wat naar boven loopt, maar ook dat is het niet. En dan begint het, het grote lijden.

Nu je hebt geconstateerd dat het niet gaat en dat er geen aanwijsbare reden is, behalve jezelf. Op dat moment zakt alles in je benen, gaat je snelheid sneller naar beneden als de aandelen koersen en weet je dat het geen pretje wordt om thuis te komen. Het liefst zou je naar huis bellen om je te komen halen, maar ja zal je net zien dat ze boodschappen zijn halen.

Dan sta je er helemaal alleen voor. Je maten houden je uit de wind, maar als ze een trapje extra doen dwarrel je er af als een droog blaadje. Of je linksom naar huis rijdt of rechtsom het maakt niet uit. Je zit niet lekker, je fiets rammelt, je krijgt het koud want je rijdt niet door kortom per moeizame trap word je zieliger en zieliger.

Met de souplesse van een Bulldozer stamp je naar huis, waarbij je bij iedere keer dat je een trapper naar beneden drukt na moet denken en moeite moet doen. Als je dat eenmaal meegemaakt hebt dan vind je de bovenstaande uitdrukkingen nog maar zwak uitgedrukt. Dan denk je mocht ik mijn schoonmoeder maar een week rond duwen op Ameland.

Waarom vertel ik dit, om aan te geven dat een goede voorbereiding bittere noodzaak is. Bouw het rustig op, niet te veel in eens, luister naar mensen die al langer fietsen. Fiets zuinig (uit de wind, niet op kop en volg in de bochten) en bouw het langzaam op. Zo niet dan weet hij je te vinden, de man met de hamer. En ook als je al jaren fietst en je moet net even boven je macht trappen dan kan het zo maar gebeurd zijn. Ik verwijs naar het stukje van Hans, die regelmatig fietst en toch nog er af gereden wordt door de drie snelste buurmannen. Bouw het op, fiets je eigen tempo en zorg dat je het optimale uit je rondjes haalt. Laat het meedoen op 4 juni het begin van een lange fiets carrière worden en laat het niet zover komen dat je je fiets na de vierde niet meer aanraakt.

Ad

Geen opmerkingen:

Een reactie posten