vrijdag 20 maart 2009

Ik heb me wel eens afgevraagd hoe ooit iemand op het idee is gekomen om een zeem in zijn broek te naaien. Immers op het moment dat iemand een race fiets koopt vraagt de fietsenmaker of de koper een fietsbroek heeft. Ergens in het verleden heeft iemand die de dag ervoor een flink stuk gefietst had en een ongelooflijke zere reet had toch dat idee gekregen om met zijn blote gat op een zeem te gaan zitten. Misschien wel omdat hij zijn vrouw zag ramen zemen.

Wat ik me dan ook afvraag is wat er daaraan voorafgaand allemaal geprobeerd is. Waarom de zeem en niet eerst de spons, dat lijkt zachter. Of zo’n groen schuurlapje, dan weet je zeker dat het niet verschuift. Ook goed tegen het verschuiven, klittenband, en dan de kant met de haakjes of een Brillosponsje. Het moet allemaal toch geprobeerd zijn, een geitenwollen sok, een oude das. Een biefstuk hoorde je wel vaker als iemand problemen had met zijn zitvlak. Er wordt dan nooit bij verteld wat er die avond gegeten wordt.

Maar vroeg of laat is iemand op het idee van de zeem gekomen, ik denk dat dat van vroeger uit komt toen rijbroeken voor ruiters ook van zeemleer gemaakt werden. In het verleden zaten er in de broeken nog echte zemen en toegegeven als je broek nieuw was, was er niets dat lekkerder zat. Maar ja, je broek wordt veel gewassen en door de invloed van waspoeder en het zout van het zweten werden de zemen hard en was het net of je met je blote billen op het grindpad ging zitten. In je zeem zat het reliëf van een maanlandschap en dat ging er de eerste kilometers niet uit.

Daarbij kwam dat zo’n harde zeem gemakkelijk kapot ging. Voor alles had de fietsenmaker een oplossing en in grote potten en tubes kon je van allerlei smeerseltjes kopen met de meest veel belovende namen als broekenvet of zitvlakcrème. Dit zou dan ook helpen tegen pukkels en ontstekingen. Buiten de stad bracht niet de fietsen maker maar de boerenbond uitkomst: Uierzalf, da’s overal goed voor dus waarom niet om je gat mee in te smeren.

Een fout die vele beginners maakten was om niet je billen, maar de zeem goed dik in te smeren. Het gevoel van zo’n vette, plakkerige koude zeem als je je broek optrekt behoeft verder geen uitleg lijkt mij. Voor de experimentele type’s: Neem een doosje eieren zo uit de ijskast en een stoel met een plastic zitting. Sla de eieren stuk en leg ze zonder schil op de zitting. Het maakt niet uit of de dooier heel of kapot is en ga daar dan met je blote gat inzitten.

Nee wat dat betreft zijn we er erg op vooruitgegaan met de kunstzemen binnenvoering. Waar je nog wel naar moet kijken en dan bij de wat goedkopere broeken is dat de binnenbekleding niet te dik is of dat hij te ver naar achter zit. Is dat wel zo, zorg dan dat er geen foto’s gemaakt kunnen worden als je staat. Met zo’n broek aan krijg je om te zien zo’n bavianenkont. Tijdens de gezamenlijke training zal ik controleren of iedereen mijn adviezen ter harte heeft genomen. Ik heb nog een tubetje crème liggen, dus voor wie eens wat wil proberen, op verzoek kan ik het meenemen. Helpen met insmeren doe ik niet.

Ad

1 opmerking:

  1. Over het van tevoren insmeren van de zeem óf je de plek waar die komt te zitten, zijn de deskundigen het niet eens. Zo was ik met groep in voorbereiding voor de zoveelste Dikirch-Valkenswaard. Het regende nog harder dan hard en we moesten nog het pension uit. Eén van de renners had zijn billen en wat er tussen zit goed ingesmeerd. Hij deed dit met volle overgave en keek niet op een cm of 10. Het gevolg laat zich raden. Bij de start stonden we al tot de enkels in de regen en het zou die ochtend blijven regenen. Na een km of 20 begon het achterwerk flink te schuimen. Het leek wel een bellenblazende kikker, maar dan aan de voorkant maar de achterkant. Waar het volgens mij om gaat is het volgende. Op het zadel zittende merk je vanzelf waar de drukpunten zich bevinden. Als je wilt smeren, beperk je dan tot deze drukpunten. En dan maakt het volgens niet uit of je eerst je drukpunten of eerst de zeem insmeert.

    BeantwoordenVerwijderen