vrijdag 30 januari 2009

Als iemand die al wat langer fietst zie ik het als mijn taak om mijn beginnende collega’s te waarschuwen en wat wijsheden mee te geven. Ieder seizoen is er een dag die bepalend is voor de rest van het seizoen. Een dag die zijn stempel weken, misschien wel maanden vooruit drukt. Een verkeerde beslissing die dag kan het hele seizoen niet meer goed gemaakt worden.

Met de huidige vrieskou lijkt het nog ver weg, maar deze dag komt beslist. Een tijdige waarschuwing gezien de consequenties dan ook niet vroeg genoeg gegeven worden. De dag als zodanig is vrij gemakkelijk te herkennen, maar de gevolgen ontdek je pas later en dan is het niet meer terug te draaien. De dag waar ik het over heb, is de eerste dag in het voorjaar dat de zon schijnt, het een graad of 18 is en er een zacht zomerbriesje staat.

Al weken hangt je shirtje met korte mouwen en de korte broek gewassen en gestreken in de kast en dan slaat de zoete verleiding toe. Onwillekeurig zult u toegeven aan het aanlokkelijke idee van de warme krachtige voorjaarszon op uw armen en benen en lekker een uur of twee, drie gaan fietsen. Heerlijk op een terrasje in de veronderstelling dat het een perfecte dag is.

Thuis gekomen als u onder de douche stapt openbaart zich al lichtjes het probleem dat u heeft opgelopen. Aan de rand van uw broekspijp en van uw korte mouwen zit een rood verbrand bandje van een centimeter of vijf. Na enkel uren openbaart het zich in zijn geheel waar u de rest van het seizoen mee behept bent. Of u nu op het strand bent, in de sauna of op vakantie, niemand zal u nog vragen wat uw hobby is.

Mijn strand outfit wordt niet in de belangrijkste mate bepaald door mijn zwembroek, maar door mijn melkflessen witte fietstenue dat schriel afsteekt bij mijn bruine armen en benen. Helemaal erg is het randje langs je broek zodanig verbrand is dat het gaat vervellen. Ook in de vakantie zorgt de betreffende dag voor een wat mindere aantekening op mijn voorkomen. Bij het dragen van een korte broek staat het ook wat vreemd, dat witte stuk van net boven de knie tot aan de broekspijp. Ik heb aangenomen dat dit niet als tip zou worden vermeld op onze website, maar het leek me toch zaak om de beginnende collega’s er voor te waarschuwen.

Ad
Iedere sport heeft zo zijn eigen specifieke problemen. De blessures kunnen sport gerelateerd zijn. Ik noem de voetbalknie en de tennisarm als de meest ultieme sport blessures, die zijn immers naar de sport genoemd. Bij fietsen is het vaak het sleutelbeen wat breekt en voor de rest is een val het gevoeligst in de portemonnee. Het zal niet de eerste keer zijn dat iemand met een bloedende knie beteuterd naar zijn fiets staat te kijken. Als je dan zeg jeetje joh je knie dan krijg je als opmerking:”Die groeit weer dicht en mijn fiets niet”.

Een erg domme blessure is ook de gekneusde ribben. Niet de blessure op zich, maar het ontstaan ervan. Hans had het al over de spd-pedalen van zijn buurman, maar daar is er een heel rijtje van, van de riempjes, via de Look pedalen en zo verder. Allemaal met de onhebbelijke eigenschap dat ze maar op een manier los gaan en dat je die manier vergeet als je een beetje snel wilt reageren. Nu zult u zeggen dan val je toch opzij en daar hoef je niet per definitie gekneusde ribben aan over te houden. Dat klopt ware het niet dat je wel eens stopt voor een stoplicht, en daar staat vaak zo’n paaltje 1,20 hoog met een knopje er op.

Het scenario is als volgt: je komt aan met een groepje behoorlijk hard. Stoplicht rood, dus vol in de remmen. Degene die op het paaltje kan leunen hoeft zijn schoenen niet los te klikken. Die komt aan gaat net te hard om stil te staan voor het paaltje, dus mist het paaltje. Dan paniek want je voeten zitten vast en vervolgens met je borstkas op het paaltje. Wanneer je dus iemand spreekt die gekneusde ribben heeft opgelopen bij het fietsen moet je niet aan hem vragen wat er gebeurd is, maar aan degene met wie hij fietst. Immers zo iets doms ga je toch zelf niet aan de grote klok hangen.

Ad

dinsdag 27 januari 2009

Wat ik mij afvraag als buiten fietser, dus zonder die papkinderen apparatuur van Tackx is hoe het er nou zo uit ziet rond zo’n opstelling. Bij mijn gewaardeerde weblog collega Hans in de garage en bij Karel in de slaapkamer. Er zijn zelfs Tackx apparaten waar een filmpje op wordt afgedraaid van de Mont Ventoux en dat de weerstand afhankelijk van de beelden wordt geregeld.

Mijn ervaring is echter dat fietsen en misschien wel sporten in het algemeen, een aantal van de meest keurige mensen doet veranderen in asociale en onfatsoenlijke varkens. Bij de gemiddelde toertocht, waarvan ik er in mijn jonge jaren een groot aantal heb gereden ging het vrijwel na de start al mis. Er werd dan gerocheld, gehoest en gespuwd zodanig veel dat de lama’s in Artis haast wit wegtrokken. Het eerst de rokers, dan alle allergieën en tot slot de verwaarloosde koudjes. Wat is er mis met inslikken en waarom word je omringd met in korte tijd meer gereutel als op een dag in een TBC kliniek.

Heb je een kwartier geprobeerd de fluimen van een ander te ontwijken, want zeg nou eerlijk niemand zit te wachten op een jojoënde snottebel aan je remgreep, dan loert reeds het volgende gevaar, het eten. Een rugzak is niks dus alles wordt in de zakjes achter op je rug gepropt. Je bent bij de start net een dromedaris. Wat er uit is wiebelt ook niet dus na een kwartier wordt er gegeten. Dan wordt het duiken voor de rondvliegende bananenschillen, drinkpakjes en plastic zakjes.

Als er in een groep gefietst wordt zijn ook de overige weggebruikers ondergeschikt aan deze groep. Dus wordt er gevloekt en gescholden als er ouderen dwars op de weg staan en niet snel genoeg opzij gaan. Ouders met kinderen op de fiets zoeken in de berm een veilig heenkomen en ga zo maar door. Sommige ouderen vragen helemaal om moeilijkheden en vragen waarom er op zo’n dure fiets geen bel zit, nou die krijgen pas echt de wind van voren. Het trieste hoogtepunt van deze gekte is het ouder echtpaar dat vorig jaar bij de toerversie van de Amstelgold race is mishandeld.

Ik vraag me af of al deze zaken in het filmpje van de Tackx zitten, want voor een aantal zijn dit wezenlijke elementen van het fietsen. Ik stel me dan ook voor dat Hans op zijn Tackx in de garage zit met rechts van hem de rochels die langs de muur naar beneden glijden. Rond hem ligt de grond bezaaid met schillen kroosjes, pakjes en papiertjes. En ieder kwartier komt een van de buurjongetjes binnen om de wind van voren te krijgen. Ik snap dan ook dat de krant niet meer te lezen is.

Zoals jullie begrijpen liet ik mijn gedachten even wegglijden. Natuurlijk staan er op het Tackx filmpje geen bejaarden waar je naar moet schreeuwen en omheen moet. Dat filmpje is gemaakt voor waar het om gaat, om fietsen en niet om de beest uit te hangen. Ik hoop dan ook dat iedereen de situatie zoals die hierboven is omschreven herkend, maar dan als het storende gedrag van anderen. Ook al rijd je hard, dan nog kun je beleefd blijven en je bananenschil in je zak doen en in de vuilnisbak stoppen. Als je goed traint, moet je shirtje daarna toch in de was.

Ad

maandag 26 januari 2009

Gisteren ben ik weer met de buurmannen op de mountainbike op pad geweest. Een spannende dag want één van de buurmannen had eindelijk SPD pedalen gekocht en ze op zijn fiets gemonteerd. Nu zal je je afvragen wat daar nu zo spannend aan is. Met SPD pedalen zit je namelijk vast aan je trappers en dat is in het begin even wennen. De ervaring is dat het in het begin nog wel eens fout gaat wanneer je dreigt om te vallen en je daarbij je voeten niet snel genoeg los krijgt. Vol verwachting gingen we op pad en het bleek verrassend goed te gaan tot teleurstelling van de meesten. Maar soms moet je het noodlot een beetje helpen en de paden die we kozen werden steeds modderiger en moeilijker begaanbaar. Het zwoegen door de blubber werd beloond. Op een gegeven moment kwamen we terecht op een breed pad dat volledig door tractoren van Staatsbosbeheer was omgewoeld en waar geen doorkomen aan was. Halverwege dit pad was een kuiltje waar de betreffende buurman in stil viel en hij daarbij zijn voet niet snel genoeg los kreeg. Het onvermijdelijke gebeurde, hij viel keurig opzij en kwam languit in de modder terecht. Dit was het moment waar we op gewacht hadden en leverde een prachtig beeld op. Maakte het vele zwoegwerk door de blubber weer helemaal goed. Konden we eindelijk met een moe maar voldaan gevoel naar huis rijden. We hebben de rest van de tocht geen blubber meer gezien.

Hans
Ik heb ondertussen weer een aantal keer op de Tacx gezeten en kwam tot de conclusie dat het wel heer frustrerend is om telkens een uur te fietsen en geen millimeter dichter bij de kast te komen waar ik tegenaan kijk. Ad kan tenminste nog de aangroei van van alles en nog wat op het achterwerk van zijn voorganger bewonderen en als hij geluk heeft ziet hij er zelfs nog een geranium groeien. Ik heb daarom de laatste keer maar eens geprobeerd of het lezen van de krant tijdens het fietsen een welkome afwisseling is. Wat bleek, dit gaat prima. De krant is voor de rest van de familie na afloop niet meer te lezen maar ook zij moeten er wat voor over hebben. Je vouwt de krant wat op en legt hem op je stuur en vervolgens lezen maar. De opmerking van Ad dat ik dan echt rijd als een natte krant neem ik dan maar voor lief (van de motiverende opmerkingen van je collega’s moet je het maar hebben).
Ik heb van Karel van Doorn begrepen dat hij zijn Tacx op zijn slaapkamer voor de televisie heeft gezet en dat hij daar ook goede resultaten mee boekt (de details laat ik achterwege). Vooralsnog is het mij niet gelukt om mijn vrouw zover te krijgen dat ik in de slaapkamer mag fietsen. Er zijn grenzen wat haar betreft. Misschien dat de ingezette verandering van mijn postuur haar nog kan motiveren om me toch ook maar voor de TV te laten fietsen. Inmiddels zijn er bijna 2 kilo van de 15 in zweet opgegaan. Nog 13 te gaan!

Hans
Ik ben afgelopen zaterdag voor het eerst dit jaar weer naar Goeree Overflakee gefietst. Dat is meestal het rondje voor het voorjaar, maar met het oog op het oprekken van de prestatie’s vond ik het er tijd voor. Sinds bekend is dat de Tour de France van 2010 vanuit Rotterdam via het kruispunt bij Brielle via Goeree naar Zeeland afreist gaan wij ook niet meer fietsen maar het parcours verkennen.

Goeree Overflakee met zijn oneindige akkerbouw gebieden, zijn natuur en zijn gereformeerden kortom alle ingrediënten voor een saaie vakantie in Nederland. Ik heb overigens niets tegen mensen van welke godsdienstige geaardheid dan ook, maar door het nieuws van de Tour hebben de gereformeerden van zich doen horen. Achteraf zijn wij ons gaan beseffen dat het maar goed is dat wij de status van een matig toerfietsertje nooit zijn overstegen.

Immers in de zomer zoeven wij iedere zondagochtend langs “s ‘Herens wegen” over dit eiland. Dit zonder verdere ruchtbaarheid, hooguit luid kokhalzend en hoestend als er een vlieg in je openstaande mond in een keer door naar achter gaat. Wat nu als ook wij gezien onze prestatie’s vooraf gegaan werden door een reclame karavaan die foldertjes en ballonnen uit deelt van de plaatselijke bouwmarkt. Ook dan zouden wij evenals de rijders uit de Tour de France worden aangesproken op het verstoren van de zondag rust.

Vervolgens zouden er dan vanuit heel Nederland opmerkingen gemaakt moeten worden dat ze blij moesten zijn dat er eens iemand kwam naar hun eiland. Of zou er moeten worden opgemerkt dat de file bij mooi weer richting Ouddorp nou ook niet echt de rust is die het eiland op zondag probeert uit te stralen. Maar moeten we daar een mening over hebben, immers de mensen die er wonen bepalen het karakter van de streek. Sommige dingen moet je gewoon niet willen veranderen. Als er op zondag wat gebeurd op Flakkee dan moet er commentaar gegeven worden en vervolgens gaat het gewoon door.

Dus ook wij zullen gewoon de komende zomer lekker over de eindeloze fietspaden door de duinen rijden en ons gewoon een beetje rustig houden uit respect voor de zondagsrust. Stel je voor dat iemand ons er op aanspreekt en dat we met een plakbandje alle reclame op het shirtje af moet plakken.

Ad

dinsdag 20 januari 2009

Na de vrieskou komen we in een nieuwe fase van de voorbereiding. Hoewel er regen was voorspeld denk je toch altijd dat je het beter weet als het KNMI. ’s Nachts had het behoorlijk geregend en dan denk je toch als optimistische Hollander dat het frontje wat sneller is gekomen. De temperatuur was een graad of zeven, dus dan kan er een laagje minder aan. Op het verzamelpunt bij de koffie wordt er nog door iemand gebeld of we wel gaan. Waarom niet? Het is toch droog.

De telefoon was nog niet neergelegd of het begint te spetteren. Jammer, maar het gaat niet door regenen denk ik: zegt de een. Ik ben nou toch al omgekleed zegt de ander, kortom een kwartiertje later rijden we aan. De eerste kilometers geen probleem. Ook het water dat van boven valt is geen probleem. Het is meer het water en de vuiligheid die opspat van de weg.

Al bij de Brielse Maas knarst het zand tussen je tanden. De natte streep op de rug van je voorganger begint al te kleuren in de tint van de plaatselijke ondergrond. Je bril wordt minutieus dicht gespat met modder. Over de paarden poep heb ik het al eens gehad. Maar tot dan is het nog steeds droog op je vel.

Via de Brielse Maas komen we langs het Oostvoornse Meer, waar vorige week nog een flamingo is gezien. Je rilt een keer en denkt dat die wel heel erg de weg kwijt moet zijn geweest. De streep met bagger op de billen van je voorganger wordt haast voldoende om geraniums in te poten. Via je broek trekt het water door tot je sokken, bij het elastiek onder je voeten het eerst. De zeem in je broek trekt vol met water wat het gevoel geeft dat je met je zwembroek aan op een spons gaat zitten.

Om de punt van het eiland richting Rockanje schiet je in de lach als je je fietsmaat aankijkt. Die ziet eruit als Richard Groenendaal die geïnterviewd wordt. De streep op zijn rug krijgt al een golvend motiefje vanwege de sedimentafzettingen. Je schoenen staan helemaal vol water en als je een vuist maakt loopt het water uit je dure gel handschoenen. Zeven graden is niet zo koud, maar bij tegenwind en als je nat bent koel je toch behoorlijk af.

Thuis gekomen zegt mijn vrouw:” was toch lekker thuis gebleven”. Dan was ik droog en warm gebleven, maar nu heb ik weer wat kilometers in de benen. Als ik dan al die natte en vieze kleding uit trek dan denk ik, je kunt mij toch niet genoeg sponsoren. Je kunt het niet als argument gebruiken want dan krijg je als antwoord dat je het jezelf aan doet. Maar ja vanzelf kom ik straks niet boven, dus dan maar afzien. Ik klaag niet en zeker niet gezien het doel waar het voor is, maar als u na de afwas naar de rimpeltjes in uw hand kijkt, hoop ik dat u nog even aan mij denkt. Die zelfde rimpeltjes zaten in mijn voeten.

Ad
In Rotterdam staan overal spreuken van Erasmus op de markante punten. Een ervan stond op een foto in de krant: “Niets is dommer dan wijs zijn op het verkeerde moment’. Onwillekeurig moest ik denken aan een interview op de regionale zender in het Westland. Daar werd iemand geïnterviewd die vorig jaar achtmaal naar boven is gereden tijdens Alp d’Huzes. Ik meen dat hij Jan Smit heet en niet kan zingen.

De journalist zei hem, nu je acht keer naar boven bent gereden kun je het zeker ook wel negen keer. Iemand die een formidabele bijna niet te evenaren prestatie heeft geleverd moet dan een beetje hortend zeggen: Eh, ja misschien wel, waarmee zijn prestatie in een keer tot een standaard iets is gereduceerd. Als hij wijs is doet hij dit jaar niet mee, want het kan de journalist alleen maar tegenvallen. Hoe durf je het te zeggen.

Overigens is dat toch ook wel iets waar je tegenaan loopt als je sponsors zoekt. Als je uitlegt dat je zes keer de Alp d’Huez op wil fietsen, dan hoor je nog wel eens: Oh, dat kun jij wel. Je hebt toch ook wel eens de Elfstedentocht gefietst. Ik merk dan op ja dat is hetzelfde maar dan schuin omhoog. Dan kijken ze me een beetje vreemd aan zo van is dat nou serieus. Voor iedereen die dit leest, een keer is knap. Iedere keer daarbij is een stuk knapper. Zes keer is iets waar je met trots op terug kunt kijken en acht keer is bovenmenselijk. Wie daar aan twijfelt moet maar eens goed naar de foto op de site kijken.

Ad
Ik kom zojuist terug van een trainingsrondje. De temperatuur boven het vriespunt en dan wordt je overmoedig. Het is tenslotte een graad of acht warmer als toen het vroor. Er was echter een bewolkte dag voorspeld en de wind zou aantrekken naar windkracht 5. Niks mis mee een beetje wind, want dat komt hier aan de kust meer voor als een berg. Onderweg dacht ik aan een stukje dat ik in de fiets had gelezen de avond ervoor. Het was het nummer van november en daarin stond het rondje dat ik in de zomer altijd fiets. Daarbij stond een foto van het fietspad op de Brouwersdam met iemand die daar in zijn korte broek op fietste. Blauwe lucht en aan de houding te zien een beetje tegenwind. Dan is het toch maar behelpen in januari. Onwillekeurig spookt er dan door je hoofd:”Broeikas effect, niks mis mee”. Die eskimo’s ken ik toch niet en ijsberen, op de foto zie ik ook hoe ze er uit zien. Na zo’n kilometer of 60 viel er af en toe een spettertje en ben ik naar huis gereden. Even douchen waarbij mijn voeten pijn deden pijn in het warme water. Iedereen met die prettige opmerkingen van: “Ben jij nou een jongen van de gestampte pot” kan wat mij betreft de gestampte pot op. Zulk soort opmerkingen hoor ik nooit op de fiets maar altijd van iemand met zijn voeten omhoog bij de verwarming.

Ad
Tijdens een van de rondjes op zaterdagmiddag moest ik denken aan het liedje van de Nits: “The Dutch Mountains”. Veel vlakker als de omgeving van Brielle is er niet in Nederland, dus klimmen is lastig hier in de omgeving. Gelukkig waait het altijd bij ons en tegenwind is ook een vorm van fietsen met weerstand. Maar toch je wil ook wat omhoog.

Ik ben dan aangewezen op het duin bij de slufter, een klim van dertig meter of de brug over de Brielse Maas ongeveer vijfentwintig meter vollebak omhoog. Dus heb ik besloten om de Brielse brug als oefen parcours te nemen. De route is: Erop, eraf, eronderdoor, erop, eraf en tot slot weer er onderdoor.

Dat klinkt net zo interessant als het is. Maar goed het is allemaal voor de goede zaak. Toen ik voor de zevende keer de brug op fietste schoot me het liedje te binnen en nu iedere keer als ik de brug op fiets zing ik in gedachte”in the Dutch mountains”. Daardoor wordt het net wat minder saai. Dank jullie wel heren Nits.

Ad
Na mijn ervaringen bij de sportschool ben ik maar weer de vrieskou gaan trotseren. Nu deze stukjes gelezen worden door het grote publiek kan ik eens mijn ongenoegen uiten over het fenomeen paarden, en dat met name paardenvijgen. Word je door de hele buurt vernietigend aangekeken als je hond netjes in de goot schijt. En dat terwijl er voor dat beest nog € 75,= hondenbelasting betaald moet worden. Zo anders is het met paarden. Als paarden bezitter kun je ongelimiteerd de rijweg, het fietspad en het trottoir bevuilen.

In de zomer bij regen is dit al geen pretje. Immers onze racefiets heeft geen spatbord, dus dat spat als het nat is. Dat betekend dat als we langs de manege gereden hebben, ik het hele voederrantsoen door kan nemen door alleen maar mijn fietsmaat aan te kijken.

Smerig maar goed. In de winter wordt het verhaal nog anders. Regelmatig is in het nieuws dat bij wielerronde’s het steeds gevaarlijker wordt vanwege allerlei snelheidsbelemmerende maatregelen. In de winter kan daar naast de drempel en de rotonde een maatregel aan toegevoegd worden. De paardenhoop, weliswaar niet vallend onder de wegenverkeerswet, maar zeker zo effectief.

Wanneer zo’n compacte hoop bevroren is en je fiets in een groep moet goed afgesproken dat er voor gewaarschuwd wordt. Wanneer je zo’n hoop raakt met je voorwiel komt dat overeen met tegen een straatklinker rijden. Je zult niet de eerste zijn die daarover op zijn gezicht gaat. En dan nog de glibber partijen als de hopen bij dooi en regen uit elkaar zijn gereden en je moet toevallig remmen.

Dus u bent gewaarschuwd. Ik weet wel dat een paard een edele dier is maar ze in de loop der jaren al veel onedele zaken toegewenst.

Ad

maandag 12 januari 2009

In het stukje van Hans hebben jullie kunnen lezen dat hij de winter overbrugt met droogfietsen op de Tackx in zijn garage. Ik ben aangewezen op andere alternatieven. Ik heb namelijk geen garage en geen Tackx. Daar komt bij dat ik in mijn jaren nog wel eens lelijk ben gevallen op de voorloper van de Tackx, de rollerbank. Omdat het landschap niet veranderd wil de aandacht wel eens verslappen. Dat was toen ook het geval en daardoor schoot mijn achterwiel van de rollen.

Nee er gaat toch niets boven de wind langs je oren, al is deze de laatste weken wel erg koud. Het grootste probleem vind ik dat je bijne even lang bezig bent met het schoonmaken van je fiets als met het fietsen zelf. Om toch een beetje bezig te blijven heb ik mij gemengd onder de blijere helft van de Nederlandse bevolking. De helft van de dure pakjes en de zonnebanken, met andere woorden de sportschool. Ik dacht ik ga spinnen (op de maat van de muziek oefeningetjes met een home trainer).

Dat valt nog niet mee om daar tussen te komen. Alles was vol op een na. Ik vroeg door de telefoon stuur maar wat op, dat ging niet. Ik vroeg waarom niet, postzegel, enveloppe, TNT, gaat al jaren goed. Nee ik moest langskomen. Ook goed, ik kort daarna erlangs. Ik moest gaan zitten, kreeg een bakje koffie en gezamenlijk moest het formulier ingevuld worden. Ik zei dat ik dat wel alleen kon, maar nee we liepen het samen met de jufrouw van de balie door.

Naast de standaard vragen zoals naam e.d. kwam de eerste vraag: Hoeveel ik wilde afvallen?. Nou niets ik vind het best zo. Ze keek mij eens aan zodat ik me haast schuldig voelde dat ik het best vond. Vervolgens vroeg ze of ik wat aan mijn conditie wilde doen. Nou ook niet, ik fiets al dertig jaar, dus als mijn conditie nu nog niet in orde is zal er wel meer nodig zijn als de sportschool. Cholesterol?. Prima in orde, ik was tenslotte net naar de sport keuring geweest. De jufrouw ging steeds ongeloviger kijken, eindelijk na al die jaren was het er van gekomen en stond ze tegenover de perfecte Nederlander, tenminste dat dacht ze. Mijn vrouw denkt daar overigens anders over.

Uieindelijk kwam de aap uit de mouw, ik moest lid worden. Inschrijfgeld en dan een maandbedragje. Het gemakkelijkst was het als ik een jaar lidmaatschap met inschrijfgeld vooruit betaalde. Ik gaf aan dat ik in de zomer veel liever buiten fiets. Dan konden alle lessen wel in een half jaar gepropt worden. Omgerekend kwam het neer op € 450,= voor die paar maanden. Ik heb haar bedankt voor de uitleg en gezegd dat ik dan wel een tweede hands fiets koop en die om de twee jaar vervang, dat ik dan goedkoper uit ben.

Toen ik ’s avonds bij mijn vrouw aan de koffie zat heb ik terloops opgemerkt dat er heel veel mensen € 450,= per jaar voor over hebben om er zo uit te zien als ik. Zij kon dat niet geloven, maar ja de feiten liggen er.

Ad

donderdag 8 januari 2009

Hallo allemaal. Ben ik (Hans) weer.
Gisterenavond maar weer een uurtje op de Tacx gezeten. Dit keer heb ik een intervaltraining gedaan. Eerst 5 min infietsen en daarna 2 min op de zwaarste weerstand zo hard mogelijk fietsen (hartslag liep daarbij op tot boven de 170) om vervolgens in ongeveer 3 minuten op een lichte weerstand de hartslag weer onder de 140 te krijgen. Dit een uur lang wat resulteerde in benen waaraan ik kon voelen dat ik wat gedaan had. Mijn gemiddelde hartslag bedroeg 153, een gemiddele cadans van 93 en in totaal 953 Kcal verbruikt. Bijna 10% meer Kcal verbruikt dan toen ik maandag gewoon een constante weerstand en cadans heb aangehouden. De gemiddelde hartslag lag dan ook hoger.
Ik heb in een tijdschrift nog wat meer oefeningen voor op de Tacx gelezen die ik ga uitproberen. Het afwisselend fietsen op een Tacx is veel minder saai heb ik inmiddels ontdekt.

Tot de volgende keer maar weer.

maandag 5 januari 2009

Hallo allemaal.


Ad Pelders en ik (Hans de Kler) hebben de eer om jullie deelgenoot te maken van onze bevindingen in de aanloop op 4 juni aanstaande. Vandaag zal ik de aftrap doen.

Inmiddels was ik eind november twee keer in de week aan met het fietsen geslagen op mijn mountainbike. Eén keer door de weeks (circa 5 kwartier) en één keer in het weekend met een aantal buurmannen (1,5 a 2 uur). Door het slechte en soms zeer koude weer hier in het hoge Noorden van Nederland en natuurlijk de feestdagen is aan dat goede voornemen al weer snel een eind gekomen. Bij mijn voorlaatste tocht op de mountainbike met de buurmannen was het enorm blubberig en was ik niet vooruit te branden. Ik zakte door mijn redelijk hoge gewicht (100 kg) te diep in de modder weg. Hierop heb ik besloten dat er eerst vele kilo's (streven is 15 kilo) af moeten wil ik enigzins goed een berg op kunnen komen. Dat betekent dus niet meer snoepen (een grote hobby van me) en niet met een te hoge hartslag fietsen (lage hartslag levert vetverbranding op, met een te hoge hartslag verbrand je alleen suikers) .
Daarnaast heb ik afgelopen weekend een Tacx van een buurman geleend zodat ik in de garage op elk moment van de dag op mijn eigen fiets kan fietsen. Een Tacx (merknaam) is een soort standaard waar je het achterwiel van een racefiets in kan zetten, het achterwiel een roller aandrijft en je zo kan fietsen zonder de weg op te moeten. De weerstand van de roller kan zwaarder of lichter ingesteld worden.

Vanavond voor de eerste keer op de Tacx gefietst. 1 Uur en daarbij had ik een gemiddelde hartslag van 147 en heb ik 884 Kcal verbrand. Mijn gemiddelde cadans (omwentelingen) was 94 voor wie het maar weten wil. Toch handig zo'n speciale teller op je fiets die van alles en nog wat registreert.
Ik heb een foto bijgevoegd waarin jullie me bezig kunnen zien in de garage.
Nu is het een kwestie van volhouden (het weer kan geen spelbreker meer zijn) en zorgen dat die kilo's eraf gaan. Dan ben ik ervan overtuigd dat het fietsen verder "vanzelf" gaat.
Tot zover voor vandaag 5 januari 2009.