dinsdag 20 januari 2009

Na de vrieskou komen we in een nieuwe fase van de voorbereiding. Hoewel er regen was voorspeld denk je toch altijd dat je het beter weet als het KNMI. ’s Nachts had het behoorlijk geregend en dan denk je toch als optimistische Hollander dat het frontje wat sneller is gekomen. De temperatuur was een graad of zeven, dus dan kan er een laagje minder aan. Op het verzamelpunt bij de koffie wordt er nog door iemand gebeld of we wel gaan. Waarom niet? Het is toch droog.

De telefoon was nog niet neergelegd of het begint te spetteren. Jammer, maar het gaat niet door regenen denk ik: zegt de een. Ik ben nou toch al omgekleed zegt de ander, kortom een kwartiertje later rijden we aan. De eerste kilometers geen probleem. Ook het water dat van boven valt is geen probleem. Het is meer het water en de vuiligheid die opspat van de weg.

Al bij de Brielse Maas knarst het zand tussen je tanden. De natte streep op de rug van je voorganger begint al te kleuren in de tint van de plaatselijke ondergrond. Je bril wordt minutieus dicht gespat met modder. Over de paarden poep heb ik het al eens gehad. Maar tot dan is het nog steeds droog op je vel.

Via de Brielse Maas komen we langs het Oostvoornse Meer, waar vorige week nog een flamingo is gezien. Je rilt een keer en denkt dat die wel heel erg de weg kwijt moet zijn geweest. De streep met bagger op de billen van je voorganger wordt haast voldoende om geraniums in te poten. Via je broek trekt het water door tot je sokken, bij het elastiek onder je voeten het eerst. De zeem in je broek trekt vol met water wat het gevoel geeft dat je met je zwembroek aan op een spons gaat zitten.

Om de punt van het eiland richting Rockanje schiet je in de lach als je je fietsmaat aankijkt. Die ziet eruit als Richard Groenendaal die geïnterviewd wordt. De streep op zijn rug krijgt al een golvend motiefje vanwege de sedimentafzettingen. Je schoenen staan helemaal vol water en als je een vuist maakt loopt het water uit je dure gel handschoenen. Zeven graden is niet zo koud, maar bij tegenwind en als je nat bent koel je toch behoorlijk af.

Thuis gekomen zegt mijn vrouw:” was toch lekker thuis gebleven”. Dan was ik droog en warm gebleven, maar nu heb ik weer wat kilometers in de benen. Als ik dan al die natte en vieze kleding uit trek dan denk ik, je kunt mij toch niet genoeg sponsoren. Je kunt het niet als argument gebruiken want dan krijg je als antwoord dat je het jezelf aan doet. Maar ja vanzelf kom ik straks niet boven, dus dan maar afzien. Ik klaag niet en zeker niet gezien het doel waar het voor is, maar als u na de afwas naar de rimpeltjes in uw hand kijkt, hoop ik dat u nog even aan mij denkt. Die zelfde rimpeltjes zaten in mijn voeten.

Ad

1 opmerking:

  1. Wat kan iemand toch allemaal meemaken tijdens het fietsen, en er vervolgens ook nog een mooi(er) verhaal over schrijven!!Geweldig Ad ga zo door. Wellicht kun je alle verhalen later nog eens in boekvorm uitbrengen en verkopen, waarbij de opbrengst uiteraard geheel ten goede komt aan Alpe d'HuZes.

    BeantwoordenVerwijderen